Eindelijk is ‘ie af, jullie nieuwe website. We hebben ‘m met liefde bedacht, ontworpen, gebouwd en geschreven. En natuurlijk kun je blijven rekenen op onze hosting en support. Maar die teksten, daar wil je nu zelf mee aan de slag. Want hoe moeilijk kan het zijn?! In onze workshops merken we vaak: toch net wat moeilijker dan je dacht. Met deze acht stappen helpen we je op weg van idee naar webtekst.
1. Doe het niet!
Ga niet schrijven. Tenminste, niet gelijk. Maak eerst een paar bewuste beslissingen. Die helpen je enorm als je zo meteen wél gaat schrijven.
2. Bepaal je doelgroep
Iedereen houdt van een heldere tekst. Toch voel je wel aan dat een tekst voor groep 7 er anders uitziet dan eentje voor de inspectie. Bepaal dus voor wie je schrijft, je doelgroep.
3. De kern
Denk aan je doelgroep. Denk daarna aan het onderwerp waarover je wilt schrijven. Wat is het allerbelangrijkste dat jouw doelgroep moet weten over dit onderwerp? Zet deze kernboodschap in één zin op papier. Soms is dit iets heel simpels. Stel, je schrijft over de Open Dag van je middelbare school. Je wilt niet weten hoe vaak schrijvers vergeten te melden hoe laat de Open Dag begint. Terwijl aanstaande brugklassers en hun ouders juist dat willen weten.
4. Eerst structuur, dan schrijven
Maak nu een structuur voor je tekst. Dat doe je door drie punten op papier te zetten. Deze korte zinnen zijn de basis van je tekst. Het zijn bijvoorbeeld drie vragen die je in ieder geval wilt beantwoorden.
5. Sluit aan
Denk opnieuw aan je doelgroep en je onderwerp. Vraag je af: wat weet mijn doelgroep al over dit onderwerp? Mooi, dan hoef je dat niet uitgebreid op te schrijven. Sluit er wel op aan.
6. Schrijf
Houd je aan je structuur en beperk jezelf tot de drie punten. Werk elk punt uit in één korte alinea.
7. Weg ermee
Nee, niet gelijk deleten! Maar leg je tekst even weg. Neem afstand. Als het kan een paar dagen, maar een pauze van tien minuten helpt ook al.
8. Lees
Stel je voor dat jij de doelgroep bent. Lees de tekst opnieuw. Vraag je af: is dit helder? Leest het lekker? Staat alles erin wat er echt in moet? Twijfel je, vraag een collega mee te lezen. Of beter: vraag dit altijd. Van feedback wordt (bijna) alles beter.
Van idee naar webtekst in 8 stappen
1. Doe het niet!
Ga niet schrijven. Tenminste, niet gelijk. Maak eerst een paar bewuste beslissingen. Die helpen je enorm als je zo meteen wél gaat schrijven.
2. Bepaal je doelgroep
Iedereen houdt van een heldere tekst. Toch voel je wel aan dat een tekst voor groep 7 er anders uitziet dan eentje voor de inspectie. Bepaal dus voor wie je schrijft, je doelgroep.
3. De kern
Denk aan je doelgroep. Denk daarna aan het onderwerp waarover je wilt schrijven. Wat is het allerbelangrijkste dat jouw doelgroep moet weten over dit onderwerp? Zet deze kernboodschap in één zin op papier. Soms is dit iets heel simpels. Stel, je schrijft over de Open Dag van je middelbare school. Je wilt niet weten hoe vaak schrijvers vergeten te melden hoe laat de Open Dag begint. Terwijl aanstaande brugklassers en hun ouders juist dat willen weten.
4. Eerst structuur, dan schrijven
Maak nu een structuur voor je tekst. Dat doe je door drie punten op papier te zetten. Deze korte zinnen zijn de basis van je tekst. Het zijn bijvoorbeeld drie vragen die je in ieder geval wilt beantwoorden.
5. Sluit aan
Denk opnieuw aan je doelgroep en je onderwerp. Vraag je af: wat weet mijn doelgroep al over dit onderwerp? Mooi, dan hoef je dat niet uitgebreid op te schrijven. Sluit er wel op aan.
6. Schrijf
Houd je aan je structuur en beperk jezelf tot de drie punten. Werk elk punt uit in één korte alinea.
7. Weg ermee
Nee, niet gelijk deleten! Maar leg je tekst even weg. Neem afstand. Als het kan een paar dagen, maar een pauze van tien minuten helpt ook al.
8. Lees
Stel je voor dat jij de doelgroep bent. Lees de tekst opnieuw. Vraag je af: is dit helder? Leest het lekker? Staat alles erin wat er echt in moet? Twijfel je, vraag een collega mee te lezen. Of beter: vraag dit altijd. Van feedback wordt (bijna) alles beter.