Genderneutraal schrijven

Voetballertjes die Frenkie de Jong of Lieke Martens willen zijn. Jongeren die ontdekken wie ze zijn en waar ze bij horen. Kinderen die houden van ballet, rugby, Lego Ninjago, regenboogeenhoorns – of juist helemaal niet. Hoe communiceer je met al die verschillende leerlingen? En hun (co-, bonus-, plus-) ouders? Onze adviseur Martijn van Lith heeft een liefde voor de Nederlandse taal en cultuur en ging op onderzoek uit. Lees hier zijn tips voor genderneutraal schrijven in het onderwijs. 

Goed nieuws: de eerste stap naar (gender)inclusieve communicatie heb je al gezet door erover na te denken. En dat is al heel wat: maar al te vaak gaan we uit van onze eigen belevingswereld, zonder erbij stil te staan dat die gekleurd kan zijn. Stap 2 is ingewikkelder: hoe vertaal je goede bedoelingen in genderneutraal taalgebruik? Onze tips helpen je daarbij. 
Maar eerst:

Waarom willen we genderneutraal schrijven?

Taal is ons middel om de werkelijkheid te beschrijven. En met onze taal vormen we die werkelijkheid. Officiële handelingen worden bekrachtigd met taal: we beloven elkaar trouw, we leggen een eed af in de rechtbank, we sluiten een convenant. Taal doet ertoe.
Tegelijkertijd is taal nooit helemaal neutraal. Van oudsher weerspiegelt de taal een mannelijk wereldbeeld, de zogeheten male bias. De positie van de man is eeuwenlang dominant geweest en dat zie je terug in de taal. In woorden en uitdrukkingen als bemanning, eenmansfractie, mankracht, je mannetje staan.

Nu kun je je afvragen: is dat een probleem, als de mannelijke blik in taal dominant is? Ja, want taal beïnvloedt ons denken. Ook al is het subtiel, als vrouwen in de taal ondergeschikt zijn, kunnen ze in werkelijkheid nooit gelijkwaardig zijn. Onze taal en ons denken kun je niet los zien van elkaar. Gelukkig werkt het ook de andere kant op, zo toonden twee Amerikaanse onderzoekers aan. Door inclusiever te communiceren, kun je de wereld een stukje inclusiever maken. 

Voorbeelden van exclusief taalgebruik

Eerst een aantal voorbeelden van taalgebruik dat inclusiever kan:

•    De leerling en zijn/haar ouders ontvangen een e-mail over de ouderavond.
•    Het is prettig als je hem/haar kunt helpen met huiswerk.
•    Ieder kind krijgt onderwijs dat past bij zijn mogelijkheden.
•    De lerares houdt alle vaders en moeders op de hoogte.
In deze zinnen doet het er weinig toe of het gaat om mannelijke, vrouwelijke of non-binaire personen. Voor de inhoud is zo’n onderscheid niet altijd nodig. Dus waarom zou je het dan wel maken? De volgende stap is natuurlijk om het zo op te schrijven dat het wel inclusief is. Daar zijn verschillende manieren voor.

Tip 1: maak er meervoud van

De makkelijkste oplossing is om de zin in het meervoud zetten. Zo kom je automatisch uit bij zelfstandige naamwoorden (‘leerlingen’, ‘kinderen’) en voornaamwoorden (‘zij’, ‘hen’, ‘hun’) die neutraal zijn. 

•    Leerlingen en ouders ontvangen een e-mail over de ouderavond.
•    Alle kinderen krijgen onderwijs dat past bij hun mogelijkheden.

Tip 2: gebruik jij (of u)

Wil je toch graag het enkelvoud gebruiken? Dan kun je de lezer het best direct aanspreken. Dan hoef je namelijk geen keuze te maken op basis van gender:

•    Het is prettig als je je kind kunt helpen met huiswerk.
•    Het is prettig als u uw kind kunt helpen met huiswerk.

Tip 3: kies voor neutrale termen

Probeer bij functienamen en andere aanspreekvormen zoveel mogelijk neutrale termen te gebruiken. Bijvoorbeeld:

•    De leerkracht houdt alle ouders op de hoogte.
•    Beste lezer  /  Beste ouders

Bij sommige woorden heb je de optie om een vrouwelijke vorm te gebruiken, zoals bij ‘directrice’ of ‘begeleidster’. De meest genderneutrale aanpak is om hier voor iedereen dezelfde vorm te gebruiken, ongeacht of je een vrouw, man of non-binaire persoon aanspreekt:

•    Anneke van Wijk is de directeur van deze school.
•    Neem voor meer informatie contact op met onze intern begeleider.
•    Robin is docent wiskunde en vertrouwenspersoon.

Ook al kunnen sommige vormen aanvoelen als de mannelijke vorm, het zijn toch de meest neutrale opties die we hebben. Woorden als ‘directrice’ en ‘begeleidster’ leggen juist de nadruk op gender, zonder dat dat nodig is.

Tot slot: 100% genderneutraal bestaat (nog) niet

Niet alleen onze eigen blik, ook de taal zelf staat genderneutraal communiceren soms in de weg. Het Nederlands heeft bijvoorbeeld geen genderneutraal persoonlijk voornaamwoord naast ‘hij’ en ‘zij’, zoals het Zweeds heeft. En anders dan in het Engels (sibling) is er bij ons ook geen neutrale term voor broer of zus. Volledig genderneutraal schrijven zit er voorlopig dus niet in, maar met bovenstaande tips kun je al veel verschil maken.

Wil je advies op het gebied van (gender)inclusief schrijven? Of heb je andere taal- of communicatievraagstukken? Ik denk graag met je mee.

NEEM CONTACT OP MET MARTIJN