Sportieve uitdagingen pakt Martijn met beide handen aan

Schrijver, redacteur en columnist. Met een grote liefde voor de Nederlandse taal. Iemand die vrijwel altijd scherp uit de hoek komt en al binnen enkele weken bij ons op kantoor bekend stond om zijn – soms ietwat droge – humor.  Hij is de enige man bij Huis Communicatie, maar daar is hij inmiddels wel aan gewend. Onze collega Martijn van Lith. Sinds vorige zomer schrijft hij onder andere jaarverslagen, schoolgidsen en websiteteksten, maar ook voor de begeleiding van een koerstraject of het opzetten van een Ouder- en Jeugdsteunpunt draait hij zijn hand niet om. Een uitdaging, daar is Martijn altijd wel voor in. 

Eens, maar nooit meer. Dat ging er door hem heen toen Martijn in 2016 over de finish van de Rotterdamse marathon liep. Of strompelde eigenlijk. Na een rommelige start, waarbij hij na een paar kilometer al zijn telefoon (=tracking) én zijn renmaatje uit het oog verloor, gingen de ruim 42 kilometer niet geheel van een leien dakje. “Natuurlijk was ik blij dat ik de finish haalde, maar na maandenlang trainen had ik mij de wedstrijd iets anders voorgesteld.” Ondanks alles toch een enorme prestatie. Daar mag je meer dan trots op zijn als je het ons vraagt. 

Van 10 naar ruim 42 kilometer

Het begon als een vorm van ontspanning, een rondje rennen om het hoofd leeg te maken en te blijven bewegen. Martijn legt uit: “Ik heb altijd veel gesport. Vroeger was dat met name op het voetbalveld, waar ik meerdere keren per week te vinden was. Toen dat minder werd en het vriendenteam langzaam maar zeker uit elkaar viel, probeerde ik andere sporten. Hardlopen is ideaal: je trekt je schoenen aan, loopt naar buiten en kunt gelijk van start.” Zo fanatiek als hij op het voetbalveld was, was Martijn in eerste instantie niet met zijn hardloopschoenen aan: “Ik rende met name rondjes van een kilometer of tien. Met mijn basisconditie ging dat me goed af.”

Die 10 kilometer werd langzaam maar zeker verdubbeld, verdrievoudigd en uiteindelijk was daar die eerste marathon. Martijn: “Trainen voor een marathon kost veel tijd. Ik heb een uitgebreid trainingsschema wat betekent dat ik er drie à vier keer per week op uit trek. Dat vraagt veel discipline en soms is het een puzzel met een vrouw en een tweeling van net 6 jaar oud. Maar ik geniet er echt van. Van het rennen, sportief bezig zijn en steeds weer beter worden.”

Thuiswedstrijd in Leiden

Wie denkt dat Martijn na die eerste marathon genezen is van het hardloopvirus, heeft het mis. Martijn: “Na de marathon van Rotterdam heb ik regelmatig halve marathons gerend. Dan gaat het toch weer leven. En die pijn vergeet je weer. Vorig jaar oktober heb ik de Frankfurt Marathon gelopen. Dat smaakte naar meer.” Reden voor Martijn om zich aan te melden voor marathon nummer 3: “Na Rotterdam en Frankfurt is het nu de beurt aan Leiden. Mijn doel? Ik heb een streeftijd van 3.30 uur. Lukt dat niet, dan wil ik in ieder geval sneller zijn dan de vorige keer én natuurlijk sneller dan mijn zwager.” Voor de inwoner van Oegstgeest is het praktisch een thuiswedstrijd: “Dit keer staan er als het goed is een stuk meer bekenden langs de zijlijn om me aan te moedigen. Hopelijk helpt dat!”

Is het na drie marathons mooi geweest? “Zeker niet. In oktober staat de marathon in München op de planning.” Wat nou als je na de finish in Leiden even helemaal genezen bent van het hardloopvirus? “In theorie zou dat kunnen, maar daarom heb ik me alvast ingeschreven. Als ik A zeg, zeg ik ook B.”